"We blijven daar vijf dagen.", "Wir bleiben dort fünf Tage." "Wat voor weer wordt het morgen?", "Wie wird das Wetter morgen?" "Het zal de hele dag sneeuwen.", "Es wird den ganzen Tag schneien." "Zal het vandaag gaan regenen?", "Wird es heute regnen?" "Nee, het blijft droog.", "Nein, es bleibt trocken."
Download CSV