Wat zijn de 4 fases:
MD/MC
1. Motivatiefase – Uitleggen en
motiveren stof
2. Demonstratiefase – Demo
van instructie
3. Mentorfase – Nieuwe
aanleren 4D
4. Correctorfase – (bijna)
Zelfstandige rijtaak
De opbouw van de
mentorfase verloopt?
De volgorde is zodanig
opgebouwd dat de leerling
gaandeweg steeds minder aanwijzingen
krijgt totdat hij/zij de oefening
geheel zelfstandig uit kan voeren.
(D)e vier stappen van mentor fase zijn:
(DMMM) Doe met mij mee
Begeleiden rijtaak
Beheersing voertuig centraal
(DOA) Doen op aanwijzing
Handeling voorgezegd
de LL voert uit
(DOMA) Doen op minder aanwijzing
Minder sturing van instructeur
Met steekwoorden voert
de leerling de
handelingen uit
(DZA) Doen zonder aanwijzingen
Geheel zelfstandige
uitvoering
Bij het nieuw instappen controle op:
1. Zithouding
2. Stuurhouding
3. Spiegels (horizon 3/4, binnenspiegel)
Waar let je vooral
op bij een I.V.K.
Wat kan(CAN) de LL al?
>> COACHEN !
Wat de LL nog niet kent?
>> HELPEN !
Begin de LES altijd met:
(C.V.L.) Controle Vorige Les
Heb jij vragen over het huiswerk ?
Toets de vorige les! Stel vraag over nieuwe les.
De LES afsluiten
zoek veilige plaats
voor welke feedback?
Hoe vond je zelf dat het verliep?
Wat vond je van de route,
demonstratie, oefenplekken,
moeilijkheid opbouw,
toets?
Na CVL de LL
een nieuwe les
aangeven:
Demo 1 of 2 keer
LL gefaseerd rijtaak oefenen
> Bediening/technisch rijden
>Kijkgedrag en Veiligheid
Uiteindelijk zelfstandig
afsluiten met een toets(of nr demo)
Vragen voor rit aan LL
wat huiswerk aangaat:
Heb je je huiswerk gemaakt?
Toets/vraag over
deze nieuwe les!
Eventueel compliment.
Hoe motiveer je LL met voorbeelden
(Motivator, evt koppelen)
Leg uit hoe je
bijv. handelt als je
verkeerd gereden bent ! Of:
Plotseling bij een wegopbreking staat of een ongeval
Keuzes omdraaien met halve draai
of door middel van 3 keer steken
Wat als je het niet beheerst:
Dan ontstaat er hinder voor anderen
en maak je het jezelf moeilijk
Als je het goed beheerst:
Vlot, Veilig, Doorstroming.
Bijzondere verichtingen zijn:
In rechte lijn achteruitrijden.
Achteruitrijden in een bocht.
Parkeren in een haaks of schuin vak.
Fileparkeren.
Omkeren door te steken.
Omkeren door een halve draai.
Hellingproef
Wegrijden uit stilstand
Je verteld je LL
De doelstelling van de nieuwe les
als volgt:
Ik ga er van uit dat
je aan het eind
van de les dit (afh.niv. LL):
je de deelstappen H.A. technisch incl. kijktechnieken
goed uit kunt voeren
of op willekeurige plaats, vlot, veilig,
zelfstandig de verrichting kunt uitvoeren.
"dan ben ik al tevreden"
Definitie:
Behandel demonstratie tekening,
de H.A. stappen met de LL
Handelings Analyse(H.A.)
Vragend!!! De stappen welke LL uit vorige lessen kent:
*Stoppen als geleerd >> Kan en mag het hier?
Kijken voor je gaat rijden >> Plaats bepalen, veiligheid doorstroming
Stuurmethode >> Overpak, doorgeef
Benoem duidelijk nieuwe stappen
> 1 . Links vooruit plus rp, kopp-voet bov. rem-sturen
2. R achteruit + rp
3. li vooruit + rp
4. Wegrijden + ri als geleerd
Vertel van iedere stap wat er
fout kan gaan en de
eventuele gevolgen! Bijvoorbeeld:
Als je te weinig stuurt dan ...
Als je bij richtpunt te
vroeg/laat instuurt dan...
Als je niet goed oplet(scant) dan ...
Als je hard tegen de stoeprand rijd dan...
Demonstreren (voordoen)?
(In ieder geval altijd 1
of 2 keer)
Voordoen evt van
plaats wisselen
LET OP sleutel uit contact - Looprichting tegen verkeer in!
Op oefenplek stoppen
Demonstreer stap vr
stap vlgns H.A.
Leg nadruk op
> kijkmomenten
>nieuwe richtpunten + hoe zie jij ze?
stuur houding - methode
Wegrijden en aanpassen verkeer
Vragen? 2e demo?Stop motor uit!
Bedienings - oefenfase D.M.M.M.
(Stap 3 RIS)
Doe Met Mij Mee!
Ik vertel je stap voor stap
Ik kijk en let voor je op het verkeer
Geef de LL richtpunten(LL meekijken)
Beoordelen(tip loop H.A. StapVoorStap(S.V.S) door)
wat ging er goed? wat kan beter?
Hoe ga je dat oplossen?
Waarom is dat belangrijk?
Bedieningsfase en de Kijktechniek D.O.A.
(Stap 4 RIS)
Ik geef de LL steeds minder aanwijzingen
en HELP wel blijf
kijkmomenten benadrukken
(stimuleren)
Beoordelen: Vragen stellen (STS HA door)
Wat ging goed? wat kan beter?
Hoe ga je dat oplossen?
Waarom is dat belangrijk?
Richting Zelfstandigheidsfase
(met aanwijzingen) D.O.M.A.
(Stap 5 RIS)
NIEUWE PLEK (niveau verhoging)
LL moet zelf beslissen: Kan/mag het hier!
(zo weinig mogelijk hulp bieden)
Alleen nog steekwoorden:
Kijken
Stapvoets
Richtpunt
Neusuitzwaai
Terugsturen
Goed? of kan beter, hoe oplossen waarom?
Zelfstandigheidsfase Doe Zonder Aanwijzingen
D.Z.A.
(Stap 6 RIS)
Feedback geven tijdens de uitvoering
Eventueel nieuwe plek(niveau verhoging)
LL hardop alle stappen van HA laten vertellen !!
LL mag zelf beslissen: kan/mag hier
GEEN hints en tips meer geven
(aanwijzingen indien nodig)
Let op of alle stappen benoemd zijn !!
Beoordelen goed beter waarom
HH of door naar terugweg.
Tijdens het terugrijden weer vertellen:
Ik coach en help je
fouten maken mag etc.
DZA toetsen en herhalen (HH)
LL zelf beslissen kan mag hier
Geen hints tips geven
Dit is de CORRECTOR FASE:
enkel ingrijpen bij gevaar !!
Lesafronding...
Feedback gereden route
opmerkingen van fouten = hints correcties
terug aan heenweg linken
Heb je onderweg nog iets nieuws ontdekt of geleerd?
Eventueele tips meegeven.
Complimenteren
Tijdens bespreken H.A met LL.
Wat is belanrijk bij plaats bepaling?
Heb je dat goed gedaan?
Wat is belangrijk bij de bediening?
Koppeling - Voet bij rem - Stuurcorrecties
Heb je de auto steeds juist bediend?
Wat zijn de nieuwe richtpunten?
Heb je op de juiste momenten gestuurd?
Wat is belangrijk voor de veiligheid?
Heb je dat ook zelfstandig gedaan?
is de doel stelling bereikt?
Vragen indien de zelfstandigheidsfase is bereikt:
Kun je nu zonder hulp de oefening
uitvoeren op een willekeurige plaats?
IVK:
Noteren resultaat van de les en (eventueel) aandachtspunten!
LL laten zien !!
Voor de volgende les
kun je uit laten zoeken
door de LL
Waar en waneer komt dit voor !
Wat als je dit nou niet kunt doen,
en wat als je dit wel kunt?
Bijvoorbeeld: Achterwaarts een parkeervak inrijden
Motivatie: Negatief: slecht zicht, jezelf moeilijk maken
Positief: Meer zicht bij wegrijden
meer ruimte als bij voorwaarts
en ruiten/voorruit eerder schoon!
HUISWERK (stimuleren)
HA geeft tijdswinst
door de voorbereiding van de LL
kijk op de website!
Google eens!
{betaling gedaan en lessen gepland?}
De 4 fases zijn:
DMMM,DOA,DOMA,DZA
3. Spiegels (horizon 3/4
stukje auto
Wat kan de LL niet?
Dan ga je HELPEN!
Bijvoorbeeld: L/R afslaan of op Kruispunten
Vorige les sluit aan bij nieuwe les.
"vorige les ging goed
ik verwacht dat deze les ook""
We gaan wegrijden
richting nieuw oefengebied
en vertel aan de LL:
{{Toets vorige les
**Coach doet controle dubbele bediening
Onderweg gaan we de vorige les herhalen
dit sluit aan bij de nieuwe les.
en geef ik je -TIPS - HINTS - van bekend
en help je bij wat je nog niet geleerd hebt
fouten maken mag dit is leerproces.
LL zelf plaats bepalen >> evt hardopdenkmethode
x niet goed opmerken + HH
Oefenplekken
opbouw moeilijkheid
Doe op aanwijzingen
DOA = HOE !
Doe op Minder aanwijzingen
DOMA = WAT !
Corrector fase !
Geen hulp !
Eerste stap naar
ZELFSTANDIGHEID !
Herhalen in de correctorfase!!
Automatiseren is?
Het EXACT uitvoeren!
ALTIJD !
Wat is LEREN?
Een blijvende
gedrags verandering
Case studies
* Een concreet praktijk probleem
theoretisch oplossen
* Ter voor bereiding op de praktijklessen
Een Doelstelling word concreet
met de volgende onderdelen:
Leerinhoud: Wat de LL moet kunnen, kennen of willen !
Een gedrachtscomponent: dit moet worden getoetst !
Voorwaarde: Onder welke omstandigheden
moet dat worden getoond
dat het word beheerst !
En de norm: Hoe goed
moet iemand dit kunnen, kennen.
Gebruik eenduidige
ACTIE
werkwoorden
Noem
Wijs aan
Los op
Op en terug schakelen
Demonstreren
Sturen
Stoppen
CONCREET wil zeggen?
Niet VAAG en algemeen,
maar verwijzen naar
concreet en waarneembaar gedrag.
1.
Soorten Leerdoelen zijn:
Psychomotorische doelen:
Motorische vaardigheden
het kunnen nadoen,
het uitvoeren en automatiseren.
Altijd: Concreet, Meetbaar
Representatief en Haalbaar.
2.
Soorten Leerdoelen zijn:
Cognitieve doelen:
Kennis, Begrip
Inzicht, Analyse en reflectie
Altijd: Concreet,Meetbaar,
Representatief en Haalbaar
3.
Soorten Leerdoelen zijn:
Affectieve doelen:
Aandacht, Waardering, Empathie, Houding, Sociale interactie en communicatie.
Altijd: Concreet, Meetbaar,
Representatief en Haalbaar.
Wat geeft een Einddoel aan:
Wat je na ALLE lessen wilt bereiken !
één Leerdoel geeft aan:
Wat je na een AANTAL lessen
wilt bereiken.
één LESDOEL geeft aan:
Wat je na één Les wilt bereiken.
Een TUSSENDOEL:
Bereik je na een aantal lessen
over hetzelfde onderwerp
BVB: Vandaag toetsen
we alle bijzondere verrichtingen
Een Lesprogramma
(op maat) :
Voor de praktijkles geef je aan
wat we in de les gaan doen
en proberen te bereiken
En hoe het lesprogramma
aansluit op de LL
Motivatie Fase is:
Een fase waarin het voor de LL
duidelijk word wat de voordelen zijn
als je iets kent of kunt.
TAXONOMIE?
KBTASE
(vraagstelling)
Kennis/Reproductie
Begrips vragen(waarom)
Toepassings vragen
Analyse (hoofd van bijzaken scheiden)
Synthese (samenhang tussen)
Evaluatie
Analogie
Vergelijking
Feitelijke Begin Situatie:
Het niveau waarop de LL zit bij
CONTROLE van de les !
Moment Aanpak:
DIRECT en VEEL HELPEN
op dat moment
Motivatie om een rijbewijs te halen :
1. Als een naaste is
verongelukt met de fiets !
2. Als LL op vakantie wil !
1. Intrinsieke motivatie >> vanuit de LL
2. Exintrieke Motivatie >> vakantie is de aanleiding
Art 49 RVV
Bij een VOP zorgt een LL
voor een situatie, hoe noemen we het
als we hierop reageren.
Feedback - Omdat bij een VOP
wettelijke zaken zijn geregeld.
Als de situatie bij kanalisatie
strepen voorkomt dan noemen
we het reïnforcement.
Vraag
Waar staat de leerstof
die de LL nodig heeft,
om het rijbewijs te halen?
A. Leerplan (ondernemersplan,website)
B. Leergang (opkl, logi, mak>moeilijk)
C. Lesplan (1 les)...>
B. Leergangen (want Theorie en Praktijk zijn de twee
leergangen die je nodig hebt)
Didaktisch handelen is:
Lessen voor bereiden,
realiseren of evalueren.
Didaktische werkvorm/aanpak:
De manier van aanpak voor het contact
met de leerstof en de LL.
Didaktische principes :
Onderwijskunde OWK,
De grond en basis regels,
aansluitend bij het bekende.
Hoe toets je een Leerling (LL)?
Observerend...
Kijken naar hoe de LL kijkt
Hoe controleert de LL
Snelheid
Positie
kijkgedrag.
Leerstijlen van verschillende LL
Denker is een Theoreticus
Doener is een Practicus
Dromer vind Omgeving belangrijk
Beslisser moet worden Overtuigt
Beheersings niveau's
1. Cognitief = Niet automatisch
2. Associatief = Half automatisch
3. Geautomatiseerd
Didaktiek
Is de kunst van het onderwijzen.
Fase 1/5 is:
Cognitief - geen verbinding gelegt
Fase 6 is:
Associatief - er begint een verbinding naar automatisch - op bekend terrein
Fase 7 is:
Geautomatiseerd - zonder aanwijzingen - op onbekend terrein
Fase 8 is:
Examen - herhalingen - geen hulp
In Fase 1 ben je een:
Motivator - Demonstrator
In Fase 2 ben je een:
Begeleider
In Fase 3 ben je een:
Coach
Fase 1 in Stappen:
1.1. Geef huiswerk en demonstreer.
1.2. Motiveer dit.
1.3. Dit samen uitvoeren volgens DMMM
Fase 2 in Stappen >4:
2.4. Beperkte hulp > DOA
2.5. Zonder hulp > DOMA
2.6. Zelfstandig > DZA
Fase 3 in Stappen >7:
3.7. Herhalen en toepassen in
licht gewijzigde situaties
3.8. Zelfstandig toepassen in
sterk wisselende situaties
Leergebieden:
> Cognitief leren is kennis en weten!
> Affectief is gevoels waarden, houding, inzicht
> Psychomotirisch leren is
Altijd in de AUTO door denken en doen
** Beheersings niveau's zijn
gekoppeld aan het psychomotorisch
Groeps discussie onderwerpen (3 vaste en 1 los):
De onderwerpen zijn:
1. Probleem stelling (vast)
2. Afbakening (los)
3. Centrale discussie (vast)
4. Eindconclusie (vast)
In een discussie
sturen met:
INFORMATIE
en NOOIT je EIGEN mening
Kleine, Ideale en
maximale groeps grote:
Kleine groep = 3 Personen
Ideale groep = 8 tot 12 personen
Maximale groep = 15 personen
Vrij
gekoppeld
Ontkoppeld
Schakel
Koppelen
Ontzorgen buiten de auto.
Aangeven wat je echt
zou willen zien bij de LL
Gedoseerd gasgeven
Streepje voor streepje
Koppeling met zo klein mogelijke beweging oplaten komen
OLG
Onderwijs leer gesprek
CS
Case study
Groepsdicussie Afbakening
Bvb 15 personen
verdelen in 3 groepen
Groep A Snelheid
Groep B Zicht
Groep C Regels
Complementair is:
Tot 1 geheel aanvullend
Vb: `twee antieke complementaire
Chinese vazen`
complementaire kleuren
(kleuren die samen wit licht
opleveren)
Hoe snel LL zou
moeten rijden:
Nooit sneller dan
je kunt kijken
Zie je het niet dan
rijd je te snel
voor je niveau
Meting vorige les en controle aanvangsniveau:
geeft aan wat er in vorige les(sen)/rijtaak is behandeld en een relatie heeft met de
geplande les (=vereiste beginsituatie) en meet praktisch de feitelijke beginsituatie
IBKI Introductie 1 - Meting vorige les en controle aanvangsniveau: De instructeur geeft aan wat tijdens de
vorige les(sen)/rijtaak is behandeld en
controleert dit praktisch.
Hij meet de
feitelijke beginsituatie in relatie tot de
vereiste beginsituatie als voorbereiding
op de geplande rijles.
(P) De instructeur
geeft gelegenheid tot vragen stellen,
over vorige les, deelhandelingen,
instructiefasen, beheersingsniveaus.
De instructeur controleert
zelfwerkzaamheid van de leerling.
IBKI Introductie 2 - Lesplan: geeft aan wat er in de les(onderdelen) aan de orde komt en in welke volgorde.
(P) De instructeur beschrijft tijdens de
inleiding van de les de structuur (zijn
aanpak) van wat er in de les aan de orde
komt en in welke volgorde.
IBKI Introductie 3 ─ Doelstelling en
motivatie van de les: Beschrijft de essentie van wat de leerling gaat leren en motiveert de noodzaak van de nieuw te leren rijtaak.
(P) De instructeur geeft een nauwkeurige
beschrijving van de leertaak die in deze les
centraal staan en motiveert duidelijk het
belang van elk lesonderdeel voor het
deelnemen aan het verkeer.
IBKI Uitleg 1 ─ Aansluiting voorgaande lesonderwerpen: Sluit in de uitleg aan bij voorgaande lesonderwerpen
(P) De instructeur gaat samen met de leerling
na wat er bij voorgaande
lesonderwerpen/rijtaken aan de orde is
geweest en maakt daarbij tijdens de uitleg
gebruik van de bij de leerling aanwezige
kennis/vaardigheden.
IBKI Uitleg 2 ─ Inhoud: geeft uitleg over de deelhandelingen van de rijtaak conform de Rijprocedure
(P) De instructeur geeft een heldere en
exacte beschrijving van de nieuwe rijtaak.
Zijn uitleg is conform de inhoud van de
Rijprocedure en de gegeven doelstelling.
IBKI Uitleg 3 ─ Deelhandelingen en foutgedragingen, deelhandelingen: beschrijft hoe de concrete deelstappen uitgevoerd moeten worden
(P) De instructeur beschrijft stap-voor-stap en
volledig de concrete onderdelen van de
nieuwe rijtaak. Hij geeft aan hoe en in
welke volgorde de deelstappen uitgevoerd
moeten worden. (Afhankelijk van sturing
naar niveauverhoging en sturing naar
zelfstandigheid).
IBKI Uitleg 3 ─ Deelhandelingen en foutgedragingen, foutgedragingen: geeft aan waar bij de uitvoering van de rijtaak fouten kunnen ontstaan en wat de
mogelijke gevolgen zijn.
(P) De instructeur geeft een duidelijke en
volledige beschrijving van de kritieke
punten die een rol spelen bij de uitvoering
van de rijtaak. Hij beschrijft welke gevolgen
eventuele fouten kunnen hebben en hoe de
leerling daarmee om moet gaan.
IBKI Uitleg 4 ─ Demo: geeft vanaf de bestuurdersplaats een demo conform de Rijprocedure
(P) De instructeur geeft een demo vanaf de
bestuurdersplaats conform de
Rijprocedure, na uitleg van de rijtaak, de
deelhandelingen en de foutgedragingen
(de instructeur mag zelf kiezen of hij,
afhankelijk van het instructieonderdeel,
1 of 2 demo’s - in stappen én vloeiend -
geeft)
IBKI Aanbieden 1 ─ Plaats van uitvoering: kiest een geschikte plaats voor het oefenen van de rijtaak
(P) De instructeur kiest een plaats waarbij
de leerling de hem opgedragen taak
naar behoren en onder veilige
omstandigheden kan uitvoeren.
IBKI Aanbieden 2 ─ Instructiefase: Kiest de instructiefase die bij de leerling, de deelhandeling en de locatie past
De instructeur maakt, op grond van het
beheersingsniveau van de leerling, een
juiste keuze tussen:
- De mentorstappen (DMMM, DOA,
DOMA, DZA (beginnende/langzame
leerling),
- Lerend leren (coachen bij
gevorderde/snelle leerling) (rijtaak in
complexe situaties)
- Mix van mentorstappen en lerend leren.
IBKI Aanbieden 2 ─ Moeilijkheidsgraad: kiest oefensituaties die de leerling aankan en de leerling stimuleren
(P) De instructeur kiest oefensituaties die
aansluiten bij het niveau van de leerling en
passen bij de fase van de rijopleiding van
de leerling. Hij verfijnt de oefensituaties en
past deze toe in complexe
verkeersopgaven.
IBKI Aanbieden 3 ─ Intensiteit: geeft de leerling gelegenheid om te oefenen
(P) De instructeur laat de leerling de
rijtaak intensief oefenen. Hij kiest
ervoor de leerling zoveel mogelijk
situaties te laten oefenen in plaats van te
praten over mogelijke situaties. Hij laat de
leerling oefenen tot (bijna) foutloze
uitvoering (uitvoering is vlot en vloeiend).
Hij laat de oefensituaties zoveel mogelijk
toepassen in gewijzigde situaties en onder
wisselende omstandigheden.
IBKI Aanbieden 4 ─ Fouten binnen veiligheidsmarge: geeft de leerling ruimte om fouten te maken zolang de veiligheid niet in het gedrang komt
De instructeur geeft de leerling de
ruimte om fouten te maken. Hij voorkomt
wel tijdig dat de leerling zelf of andere
verkeersdeelnemers door de fouten in
gevaar komen.
IBKI Feedback 1 ─ Lesafronding: geeft een samenvatting van de les
(P) De instructeur geeft een heldere
samenvatting van de gehele les die ‘tothe-point’ is. Hij vat samen wat de
leerling heeft geleerd en geeft aan wat de
samenhang is met al eerder geleerde
rijtaken.
IBKI Feedback 2 ─ Bespreking leerresultaat: stelt het leerresultaat vast en bespreekt dit met de leerling
(P) De instructeur geeft duidelijk en
kernachtig aan wat de leerling goed en
fout heeft gedaan. Hij bekijkt samen met
de leerling of de doelstelling is gehaald.
IBKI Feedback 3 ─ Evaluatie leerproces: gaat samen met de leerling na hoe het leerproces is verlopen
(P) De instructeur gaat samen met de
leerling na hoe het leerproces verlopen is.
Hij betrekt de leerling nadrukkelijk
bij de evaluatie en daagt hem met de juiste
vragen uit over zijn eigen leerproces na te
denken.
IBKI Feedback 4 ─ Volgende les/rijtaak: geeft onderwerp en motivatie van volgende les/rijtaak aan en geeft een opdracht voor zelfwerkzaamheid
De instructeur laat alle drie de
volgende gedragingen zien:
• geeft het onderwerp van de rijtaak
van de volgende les aan
• motiveert de noodzaak van deze rijtaak
• geeft een opdracht voor
zelfwerkzaamheid in relatie
tot de
rijtaak.
IBKI Signaleren 1 ─ Opmerken van fouten: merkt fouten in de uitvoering van rijtaken/deelhandelingen volgens de Rijprocedure op
De instructeur:
- ziet bijna alle fouten van de
rijtaak/deelhandelingen al in
de kijkfase aankomen en
maakt ze
bespreekbaar/bespreekt ze
- neemt fouten in de uitvoering
(deelhandelingen of totale
rijtaak) tijdig waar.
IBKI Signaleren 2 ─ Hardop laten verwoorden: stimuleert de leerling (hardop) te verwoorden hoe hij een rijtaak aanpakt of heeft aangepakt
(P) De instructeur stimuleert
de leerling stap
voor stap
hardop te verwoorden hoe
hij een
deelhandeling of
de totale rijtaak aanpakt
of
heeft aangepakt
(invoegen, kruispunt
berijden).
IBKI Ondersteunen 1 ─ Hints/corrigerende aanwijzingen: geeft hints of corrigerende aanwijzingen over de uitvoering van rijtaken
(P) De instructeur geeft voldoende hints en/of
corrigerende aanwijzingen over de
uitvoering van rijtaken. Hij maakt duidelijk
hoe gevaarlijke situaties kunnen worden
voorkomen en lastige situaties kunnen
worden aangepakt
IBKI Ondersteunen 2 ─ Inhoudelijke verbeterpunten: geeft feedback met concrete verbeterpunten die inhoudelijk overeenkomt met de Rijprocedure
De instructeur:
- geeft feedback die klopt met de
Rijprocedure
- benut de meeste kansen om
feedback en concrete
verbeterpunten te geven.
IBKI Ondersteunen 3 ─ Verklarende feedback: bespreekt wat van een rijtaak goed of fout is uitgevoerd volgens gangbare criteria (veiligheidsmarges,
technisch vloeiend, doorstroming, milieu, sociaal rijgedrag) en licht het waarom toe
De instructeur zorgt ervoor dat de leerling
een scherp beeld heeft van wat waarom
goed of fout ging:
- welke handelingen goed/fout gingen
- volgens welke criteria ze goed/fout gingen
- wat de oorzaken waren van goed/fout
handelen.
De instructeur neemt de zelfreflectie met
de leerling door (BEELD-gedrag leerling
versus WAARGENOMEN gedrag
Instructeur).
Hij geeft daarna het GEWENSTE Gedrag
aan zoals beschreven in de Rijprocedure.
IBKI Ondersteunen 4 ─ Essentiële zaken: laat in zijn feedback essentiële zaken aan de orde komen
De instructeur:
- haalt essentiële zaken in het rijgedrag
van de leerling naar boven
- heeft heel weinig woorden nodig om concreet te maken wat goed of fout ging en waarom.
IBKI Ondersteunen 5 ─ Timing feedback: geeft op een passend moment na de taakuitvoering feedback
De instructeur:
- geeft de leerling kans eerst de
taak uit te voeren alvorens met
feedback te komen
- geeft feedback op een moment dat
de leerling zich de situatie nog
helder voor de geest kan halen
- vermijdt situaties na te bespreken die
pas na lange tijd teruggehaald kunnen
worden.
IBKI Afstemmen 1 ─ Sturing naar niveauverhoging: geeft de leerling precies díe steun die hij nodig heeft om een stap vooruit te maken in de beheersing
van de rijtaak
De instructeur geeft bij het coachen
precies die steun die past bij het niveau dat
de leerling op dat moment heeft.
Hij brengt
de leerling in de zone van de naaste
ontwikkeling.
Bij een beginnend niveau of een trage
leerling:
- geeft hij precies die uitleg voor de
leerling die nodig is om verder te
komen
- doet hij handelwijzen zelf voor, die
de leerling een duidelijk beeld
geven van de rijtaak.
Bij een gevorderd niveau of een snelle
leerling
- houdt hij feedback beperkt als leerling
blijkt geeft van voldoende begrip
- volstaat hij met een korte hint,
of laat
leerling eerst zelf doen voor hij zelf
feedback geeft.
IBKI Afstemmen 2 ─ Sturing naar zelfstandigheid: geeft de leerling de mate van zelfstandigheid die past bij de tot dan toe gemaakte vorderingen
De instructeur laat bij een beginnende
leerling alleen onderdelen over aan de
zelfstandigheid van de leerling waar
hints en instructie niet noodzakelijk zijn.
Bij een gevorderde leerling biedt hij
kansen om onderdelen van de rijtaak als
het kan zonder aanwijzingen uit te
voeren. Ook moedigt hij leerlingen
aan om zelfstandig te rijden zonder
aanwijzingen. De instructeur stuurt
de leerling in zijn mentale
overcapaciteit.
IBKI Leerhouding 1 ─ Positieve beleving: stimuleert een positieve beleving bij de rijtaakuitvoering (humor, relativering, plezier inbrengen)
De instructeur:
- slaagt erin en doet er alles aan om de
leerling de rijles op positieve manier te
laten beleven
- gebruikt humor tijdens de rijles
- relativeert foutjes, zonder deze als
onbelangrijk af te doen.
IBKI Leerhouding 2 ─ Complimenteren: geeft gedoseerd complimenten als zaken goed zijn uitgevoerd
De instructeur:
Geeft de leerling complimenten voor de zaken die goed gaan, in ieder geval:
- in situaties waarvan de leerling dacht
ze zelf niet te kunnen oplossen
- in complexe situaties die veel van de
leerling vragen
IBKI Leerhouding 3 ─ Acceptatie fouten en onzekerheden: benadrukt dat fouten maken onderdeel is van het leerproces (niet doorzeuren over fouten)
De instructeur geeft kort weer wat er
fout is gegaan, maar laat steeds merken
dat fouten mogen voorkomen, dat je van
fouten leert (bijv.: ‘je krijgt nog kans om
dit te herstellen; doe je het extra netjes’)
IBKI Leerhouding 4 ─ Verwachtingen uiten, vertrouwen tonen: uit positieve verwachtingen van de leerling, toont vertrouwen in de leerling
De instructeur benadrukt in zijn gedrag er
vertrouwen in te hebben dat de leerling zal
leren rijden. Hij benadrukt wat goed gaat.
IBKI Interpersoonlijk handelen 1 ─ Contact maken: leeft zich zichtbaar in in de leefwereld van de leerling
De instructeur houdt contact met de
leerling doordat hij naast de instructieinhoud ook met de leerling van
gedachten wisselt over zaken die
hem/haar bezig houden (het nieuws, het
werk, de opleiding (overigens niet
constant!).
Het contact maakt dat veel zaken, ook
gevoelige als fouten maken, besproken
kunnen worden in de les
IBKI Interpersoonlijk handelen 2 ─ Taalniveau: past taalgebruik en taalniveau aan de leerling aan
De instructeur houdt bij het geven van
uitleg en feedback rekening met de
taalachtergrond van de leerling: laag of
hoog opleidingsniveau, allochtoon of
autochtoon, jongere of middelbare leeftijd.
IBKI Tijdverdeling ─ Tijd faseren: verdeelt de beschikbare tijd proportioneel
De instructeur verdeelt de beschikbare
tijd proportioneel over de Inleiding, Kern en
Afsluiting van de les.
IBKI Administratie ─ Gebruik Instructievorderingenkaart: hanteert de instructievorderingenkaart/RIS werkboek op de juiste wijze en op de juiste
momenten
De instructeur gebruikt de
Instructievorderingenkaart/werkboek om
de vorderingen van de leerling te noteren
en bespreekt aan de hand van deze
vorderingen het leerresultaat tijdens de
inleiding en de afsluiting van de les.
IBKI Overdracht ─ Gebruik lesplan: gebruikt een lesplan, wanneer aanwezig, als leidraad en ter ondersteuning alleen als dat nodig is
De instructeur gebruikt een lesplan,
wanneer aanwezig, uitsluitend als leidraad
of ter ondersteuning.
Verkeersveiligheid ─ Voorkomen verkeersovertredingen: voorkomt het plegen van verkeersovertredingen
De instructeur voorkomt het plegen van
verkeersovertredingen van zichzelf en
van de leerling.
Een TussenToets is
Een toets die zit tussen 2 lessen over alle lessen
Een TussenMeting is
Een toets van 1 theorieles
Een TussenEvaluatie is
Een (1) Parktijk toets
De Eindmeting bestaat uit
Alle Tussen Metingen bij elkaar (op een hoop geveegt)
Bij een Negatief Faalangstige LL
De stof opdelen en duidelijk maken, Een truuk "vraag of het begrepen word"
WRM-certificaat geldig te houden in vijf jaar zes dagdelen
theoriebijscholing volgen. Eén dagdeel is minimaal drie klokuren. Elke bijscholingscursus die een
rijinstructeur volgt moet uniek zijn qua inhoud en leerdoelen. Daarnaast dient per vijf jaar één
bijscholing over wet- en regelgeving gevolgd te worden.
De theoriebijscholing heeft geen door het IBKI afgenomen toets
Facultatief is
Vrijwillig
Een Leerling is zelf het Produkt voor de rijschool, en hoe de LL de opleiding door gaat is een Proces.
Een Coach is het Proces
Verkeersopgave, eigen keuze, taakprocessen, handelen. Verkeerssituatie, waarnemen, passieve partij !! Als anderen fouten maken in hun opgave word het voor ons alsnog een verkeers opgave !!
Bijzondere verichtingen Rijprocedure B
Parkeren in een vak haaks schuin rechts
Theorie vd verkeerstaak
de verkeerstaak is het geheel !! afleiden aan verwoorden taakproces
Het Taakproces
ik zie, de verkeers situatie waarnemen.
ik verwacht, voorspellen
Afwegen, veiligheid, doorstroming, evalueren
Ik ga het doen/of niet, beslissen,
Het daadwerkelijk doen, handelen
Het scannen is
met de ogen het totale verkeersbeeld in je opnemen.
Waarnemen is
met alle zintuigen informatie binnen halen
Definitie - zintuigen
orgaan dat in staat uitwendige informatie op te pikken,
zintuigen zijn:
Zien
Voelen
Horen
Ruiken
Waarnemings Cyclus
Wat kan een LL last van hebben als hij niet gewend is veel in het verkeer te rijden. Of weinig buiten komt.
Een vals gevoel van veiligheid > hij moet in de grote leren vooruit te kijken(waarnemen).
Taakproces, een examinator kan vragen om het ........... van een kruispunt, rotonde:
1. naderen
2. oprijden
3. berijden
4. verlaten
RICHTPUNTEN:
zijn persoonlijk voor elke LL, laat het daarom opschrijven. bvb fileparkeren rechtsachteruit richtpunt handvat, TWEE stuurmomenten indraaien en terugsturen !! meer NIET !!
Produkt plus proces:
is DE evaluatie:
Proces (IK kan enkel een doel stellen voor de LL)
Produkt (en de LL kan alleen het doel bereiken)
Product evaluatie
Bespreken toets resultaat met de LL(LL is het product)
Corrector fase is
Het toetsen (van de leerling)
Proces evaluatie is
Hoe vond je dat ik het deed?
Retorische vraag:
vinden jullie nou ook niet dat ....?
Suggestive vraag:
Hoe heten de VEREN in een ZUIGER... zuiger-veren
Serialistische leerstijl
gericht op feitelijke informatie: details, begrippen, definities, rijtjes met kenmerken.
Holistische leerstijl
leerlingen met een holistische leerstijl letten op de grote lijn, zoeken naar verbanden in de leerstof, letten minder op details en leggen vaker verbanden met andere leerdomeinen, let op dat details wel nodig zijn dus meer op hameren.
Instructie geven
instructie(zenden) en daarna coaching op die instructie.
totaal instructie/ integraal instructie
Veel leerstof tegelijk in een (1) les stoppen
Element instructie
Weinig leerstof in (1) les stoppen
OWK vaardigheden-hoeveelheid hulp
Fout analyserend - weinig tot geen hulp
Moment aanpak - direct en veel helpen !!
Totaal integraal gebruik je bij een .......... LL
Zelfsturende LL
Een element - moment aanpak bij een ........ LL
Extern gestuurde LL
om het concreet te maken
Concrete fase is Mentorfase: dmmm,doa,doma.
Verbale fase is Mentorfase: dza, LL verteld.
Mentale fase (stil) begint bij corrector fase en loopt tot geautom leren/ coachen !!
Luisteren naar de eigen stem
helpt bij het opslaan van de stof
Concrete = cognitief/kennis
Verbale = associatief/half automatisch
Mentale = beginnend geautomatiseerd
Sleutel vragen
Alle vragen die je kunt stellen, die bij kunnnen dragen aan een betere les.
Serialistisch
stapsgewijs
Bij een valide toets:
Moet Betrouwbaar en objectief zijn(het taalnivo moet kloppen met de LL(niet te hoog of te laag)
DZA is nog niet geheel zelfstandig
toets Validiteit
Moet alle stof bevatten die geleerd is
toets betrouwbaarheid
geen discussie over de vragen en antwoorden
toets Objectief
Geen invloed van corrector bij het nakijken van de toets mogelijk, een toets moet bestaan uit GESLOTEN vragen
CVL
Controle vorige les: alleen de laatste praktijkles, theorie les of toetsen
CAN
Controle aanvangsniveau: alle eerdere praktijk of theorie lessen toetsen
Over alles wat in IVK 1 tot 5 staat...
kun je vragen over stellen
Definitie van feedback
Met de LL het nabespreken van handelingen in het voertuig
Reinforcement niet te verwarren met FeedBack
het gedrag van de LL sturen,
Reinforcement niet te verwarren met FeedBack
het gedrag van de LL sturen,
Vaste volgorde !!
Vragend beginnen met het goede.
Dan het minder goede
De LL staat altijd centraal dus hier ga je altijd vanuit
de fouten analyse voorbeeld
file parkeren het met de band de stoep raken is niet het probleem, het probleem is dat de neus op de weg blijft.
dus LL vragen wat is nu het probleem, vlgns HA wat kan er beter, snelheid ? nee richtpunt ? nee sturen ? jaa
Fouten analyse zelfreflectie
Wa diagnose
Waar analyse
Waarom Reflectie
Reparatie wat kan er beter
vrg: aan het einde vd prak.les controleerd u of de LL het lesdoel heeft bereikt.
Correctorfase>>>> in de evaluatie is dit niet meer mogelijk
Aan resultaten werken in een les tijdens de
Mentorfase
resultaten verzamelen vaststellen in een les
Corrector
Feedback klein deel les
Evalueren de hele les bespreken.
LL Product - feedback - indien doelen bereikt + COACH Proces - verantwoordelijk
en bij elkaar genomen is het evalueren
Eerst niveau vast stellen > dan doel bepalen
LL gaat bij eigen keuze altijd voor gemak,
dus zelf keuze maken voor de LL
LL complexer opdrachten geven
1 Kruispunten gelijkwaardig minst complex
2 Rechts afslaan meer complex
3 Rotondes Meest complex
Bij opdracht volg afstand module 1
1 referenties (is minder complex)
2 geen referenties (meer complex)
Les terug schakelen oefenen
3 naar 2 is makkelijker dan helemaal terug naar 1
In een smalle straat keren vs een brede drukke straat is voor een LL
Een smalle straat is meer complex, want drukte in de brede straat kun je afwachten, dus breed boven smal, en in 30 km keren word eerder verwacht.
Zelfstandig rijden met steeds meer complexe situaties
Altijd (vragend)aansluiten bij het bekende, uitdiepen
Een nerveuze LL
Heeft graag duidelijkheid bij zijn hulp, je gaat voor een plek waar je zeker rust hebt, een parkeerplaats boven een 30km zone bvb
LL eerst toetsen
op het feitelijke begin level
in de IVK Leergang staan de resultaten en vorderingen
Vorige les sluit aan bij nieuwe les.
De vorige les ging goed, ik verwacht deze les ook dat je het goed doet
LL moet bijvoorbeeld leren:
1. Plaatsbepaling
2. Snel sturen - Overpakmethode
3. Stapvoets rijden - Slippende koppeling
Fases gal'perin
1. orientatiefase
2. materiele fase
3. verbale fase
4. mentale fase